Ho, Lee ontsnapping
Blijf op de hoogte en volg onbekend
21 Juli 2013 | China, Hangzhou
Laat ik beginnen met mijn minimalistische accommodatie. Het bed in mijn cel is niet meer dan een rieten mat. Deze rieten mat is een kruising tussen een windscherm op het strand en zo’n rieten kralengeval dat je in de zomer om je autostoel plaatst. Dit bijzondere voorwerp is nu al veertien dagen de plek waar ik ’s nachts vertoef. Ik kan je meegeven: comfort is anders. Na veertien dagen vertoont mijn onderrug meer knopen dan de zakdoek van Sylvia Millekamp.
Verder zijn de sanitaire voorzieningen ronduit primitief te noemen. Zo gehurkt schijten in zo’n gat in de grond is niet iets waar je aan wil wennen. Naast dat mijn balansorgaan een equivalent is als lopen met een klompvoet, vereist deze manier van ‘afdrukken’ ook enige voorbereiding. Na een jaar lang hard gestudeerd te hebben, trek ik deze Spartaanse levenswijze niet meer. Ik was van plan om een tunnel terug te graven vanuit mijn cel richting vrijheid maar zie in dit land maar eens een lepel te vinden. Dit volk steekt zelfs voor het eten een stokje.
Het kantinevoedsel is alles wat je verwacht van bajes vreten: Een oude verlepte taart die ik eigenlijk verwacht op mijn bord, kwakt drie maal per dag ongeïnteresseerd een groene drab op een zilveren plaat met deuken erin. Deze putten symboliseren naast de verwijzing naar de dijen van Paul de Leeuw, ook de fase waarin ik mij bevind. Wil ik overleven dan zal ik moeten ontsnappen. Ontsnappen aan de snikhete marteling. Tijdens het lesgeven doet de ventilator op het tempo van een Mexicaanse Siësta zijn rondes. Terwijl zesenveertig kinderen in een onverstaanbare taal mijn aandacht bij elkaar krijsen, gutst het zweet uit werkelijke elke mogelijk porie mijn lichaam. Een soort ‘waterboarden’ 2.0. De Chinese martelwerktuigen zijn niet alleen fysiek maar ook psychisch.
De cipier die me ’s ochtends wakkerschut met zijn verzoek mij te melden bij ‘the office’ om lessen te gaan voorbereiden, werkt me ook op de zenuwen. Ze lacht in je gezicht maar draai ik mijn logge lichaam om, brabbelen ze in het Mandarijns mijn doodsvonnis bij elkaar. Het liefst sluiten ze me 13 uur per dag op om constanten ‘voorbereidingen’ te treffen. Ik kan niks meer voorbereiden. Ik ben zwanger van het woord ‘preperation’ en noemt iemand dit woord in mijn bijzijn, dan vouw ik hem hoogstpersoonlijk in een broodje bapao en laat ik voorbijgangers urenlang happen in het deeg om bij het vlees te geraken. Kortom: De koek is op. Vanaf volgende week gaat alles anders. Ze zullen raar opkijken dat mijn koffer ontbreekt en ik vermomd als een lekke watertank door de poorten vlucht richting vrijheid.
Waarheen? Een vraag die ons allen bezighoud. Mijn volgende missie is een wereldwonder te bereiken. Daarmee bedoel ik niet het feit dat ik inmiddels de vaardigheid beheers om mijn eigen reet zodanig af kan vegen zonder dusdanig hard op het papier te drukken dat mijn twee vingers erdoorheen glippen. Nee, een echt wereldwonder. Operatie: De lange muur. In Heerenveen alleen al waren er zestien verschillende Chinezen restaurants met dezelfde naam: De lange muur. Nu weet ik sinds mijn dertiende levensjaar dat het woord ‘lang’ relatief is. Wat in mijn optiek als ‘lang’ werd omschreven, betitelde meisjes van die leeftijd vaak als: ‘work in progress’ of zelfs ‘microscopisch’, desalniettemin intrigeert de lange muur mij al tijden. In Beijing zal ik op wonderlijke wijze mijn 5de wereldwonder gaan bewonderen. Aangezien mijn reistijd van 7 dagen dankzij mijn ‘soon to be’ succesvolle ontsnapping veranderd in 30 dagen, zal ik de tussenliggende steden ook zeker aandoen. Later meer hierover.
Dit weekend heb ik het clubleven van Hangzhou meegemaakt. Met het bonte gezelschap van twee Mexicanen, een Chinees en drie Turken was deze ‘boer-en-schaatser-Fries desondanks een opvallende verschijning. Hoe dat zo? Met mijn 1.91 meter steek ik met kop en schouders boven iedereen uit. Eindelijk iets waardoor ik uitblink, kan het niet met denkvermogen of andere vaardigheden dan moet het maar met iets waar ik geen invloed op heb. Genetica. Vreemd is het wel want in Nederland ben ik zo exotisch als een flippo die je voor 64ste keer uit een zak chip grist.
Het voelt gewoon ongemakkelijk om in een tent te staan waar vanuit elke mogelijke hoek mensen je rechtstreeks kunnen aankijken. En aankijken doen ze. Ze turen de lenzen nog uit mijn ogen en niet alleen in het nachtleven. Soms op straat staan twee Chinezen met elkaar te bakkeleien, ik loop langs, ze zijn doodsstil en kijken me na totdat ik uit beeld ben, vervolgens continueren ze rustig het relaas. Inmiddels heb ik het twee Chinese woorden eigengemaakt : Hallo en OH MY GOD! Dus nu bij elke stil-en-tuur procedure brul ik zo hard en verrast enthousiast: NIEN HAOU en WADAGACHU!! Richting de gluurders zodat de bruine noodles dun tussen de benen doorlopen. Maar ik wijk af. Het Chinese nachtleven.
Thailand heeft me verpest. Sinds ik daar het nachtleven heb verkent zie ik in elke Aziatische vrouw met een beetje kaaklijn een potentiële shemale. Deze club gaf ook enkele signalen dat het hier niet helemaal iets in de kaak was. Hoe? Bij binnenkomst kon de dikke zwetende Chinees zonder shirt die me een verleidende knipoog gaf, een teken zijn. Vervolgens, na een tochtje richting de dansvloer, hadden de Mexicanen inmiddels een landgenoot gevonden die Tequila als heiligwater stond te gieten over elke buitenlandse voorbijganger. De Chinees met het strakke zwarte hemdje en de geblondeerde Hanenkam, de sensueel zijn heupen tegen mijn Turkse medeclubganger stond te schudden had het duidelijk voor me moeten maken. In mijn naïviteit en de combinatie van Pie Tjow (bier) en Tequila viel het Chinese kwartje wat later.
Pas toen het podium een halve meter van de grond kwam en er een Aziatische met lang haar, lange nagels in een lange grijze glitterjurk op het podium kwam om te zingen, begon er een lichtje te branden. De jurk had een zodanig hoge split die inzage gaf op zijn/haar slip. Toen ik opmerkte dat er in die onderbroek er een grotere eetstok aanwezig was dan in mijn eigen, werd het ineens duidelijk: Een Chinese Gaybar. Kerst met schuine schuifdeuren, heb ik dat. Ik moet wel zeggen ik heb gelachen. Chinezen zijn al redelijk excentriek maar de homoseksuele medemens deed er nog een schepje bovenop. Meer opgedirkt dan de Nederlandse supermarkt proberen ze een praatje met je te maken..... in het Chinees. Ik lach maar gewoon als een buddha met kiespijn en zorg ervoor dat ik dicht bij ‘Dos Santos El Nino Mexicanos’ sta, omdat hij steevast paraat staat om zijn culturele drank aan mij te offeren. Na wat drankjes en voor de veertiende keer YMCA op de karaoke machine te hebben gezongen ben ik veilig huiswaarts gekeerd.
-
21 Juli 2013 - 23:01
Rene:
Hey,
Dat is mooi kloten man, eerder weg moeten...
Maar mocht je verdwalen, gewoon de muur volgens.... ;-)
Gr Rene
-
22 Juli 2013 - 20:59
Etienne Smeenk :
He kerel,
Wederom goed verhaal hou ons op de hoogte.
Groeten,
Van ons....Op -
30 Juli 2013 - 14:33
Ing:
Wist niet dat er chinezen zijn met grote eetstokken? :)
PREPARATION
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley